Cijfers hersentumor kanker in Nederland
Uit gegevens van de Nederlandse Kankerregistratie, het Intergraal Kankercentrum Nederland, blijkt dat er ieder jaar bij ongeveer 1500 mensen in Nederland een tumor wordt ontdekt die ontstaat in het centrale zenuwstelsel (zie grafiek hieronder). In 2016 ging het bij 1272 mensen om een kwaadaardige primaire hersentumor. Sinds 1999 worden ook goedaardige tumoren van de hersenvliezen geregistreerd; het gaat daarbij eigenlijk steeds om een meningeoom. Ongeveer 450 Nederlanders mensen krijgen per jaar een meningeoom. Tumoren die uitgaan van het ruggenmerg zijn relatief zeldzaam.
Hoe vaak komt het voor?
De incidentie van gliomen is in de loop van de tijd aanzienlijk toegenomen (Ho, 2014). De prognose voor patiënten verschilt sterk met het gedrag van de tumor. Van de patiënten met een laaggradig glioom is ruim 80% twee jaar na de diagnose nog in leven. Helaas licht dat voor hooggradige heel anders maar zie daarvoor de grafieken in de volgende paragraaf.
Over de afgelopen jaren gekeken krijgen jaarlijks ongeveer 1100 volwassen patiënten een Glioom diagnose. De incidentie is al jaren stabiel op 4,5 en ligt gestandaardiseerd voor de Europese bevolking rond 6 per 100.000 inwoners. Gliomen komen, zoals in bovenstaande grafiek te zien is, vaker voor bij mannen. Hoewel verschillende risicofactoren zijn onderzocht, heeft alleen therapeutische, ioniserende straling een duidelijke etiologische invloed. Met name degenen die als kind radiotherapie ondergingen, bijvoorbeeld vanwege leukemie, hebben een hogere kans op het ontwikkelen van een glioom.
Bij het merendeel (70%) van patiënten met een glioom is sprake van een astrocytaire tumor. In ongeveer de helft van alle gevallen gaat het om een glioblastoom. Oligodendrogliomen en ependymomen maken tegen de 15 - 20% uit van het totale aantal. Bij een aanzienlijk deel van patiënten met een hersentumor blijft het subtype onbekend (grafiek 2.2). Dit betreft dan vooral patiënten die niet zijn geopereerd en bij wie weefseldiagnose achterwege is gelaten vanwege hun slechte conditie.
Gliomen groeien vaak uitgebreid in het omliggende hersenweefsel, wat adequate behandeling bemoeilijkt. Metastasering naar andere delen van het lichaam komt daarentegen niet voor. Afhankelijk van het tumortype en de tumorgraad krijgen vrijwel alle patiënten te maken met recidiefgroei na een eerste behandeling.
Aantal hersentumoren naar gradatie

Hiernaast een overzicht van het percentage hersentumoren diagnoses bij volwassen naar gradatie 1,2,3 en 4.
Graad 1 hersentumoren komen vooral bij kinderen voor en komt bij volwassenen bijna nooit voor.
Bij het krijgen van de diagnose hersentumoren heeft:
- ca. 0% van de patiënten graad I
- ca. 15% van de patiënten graad II
- ca. 9% van de patiënten graad III
- ca. 76% van de patiënten graad IV
Hersentumor behandeling
Sinds 2014 wordt er hersentumor patiënten behandeling gegevens bewaard. Meer informatie hierover is te lezen in ons artikel "De Dutch Brain Tumor Registry".
Totaaloverzicht hersentumor behandelingen Nederland
Bron IKNL - DBTR - Gliomendatabase 2018
Overzicht Glioblastoom (GBM) hersentumor behandelingen
Bron IKNL - DBTR - Gliomendatabase 2018
Overzicht hooggradige (graad 3) hersentumor behandelingen
Bron IKNL - DBTR - Gliomendatabase 2018
Overzicht laaggradig (graad 2) hersentumor behandelingen
Bron IKNL - DBTR - Gliomendatabase 2018
Verschil in behandeling bij laaggradige (graad 2) hersentumor
Bron IKNL - DBTR - Gliomendatabase
Hersentumor sterfte cijfers
Hersentumor overleving na diagnose

Hiernaast een overzicht van het percentage overlevenden na 1 tot 5 jaar in de periode van 2001 tot 2015 bij patienten nadat er diagnose gesteld is.
Let op dat dit slechts slechts cijfers zijn die een gemiddeld beeld over alle hersentumoren geeft. Deze cijfers zeggen nagenoeg niets over een individuele hersentumor prognose.
Wat deze grafiek wel laat zien is dat de overleving van patiente met een hersentumor in de laatste jaren een beetje verbeterd zijn. Over de hier genomen periode van 2001 tot 2015 is een verbetering in overleving te zien van ongeveer 7 % voor mensen met een hersentumor.
Percentage overleving in 3 jaar per gradatie
Deze grafiek toont de 3-jaarsoverleving van hersentumoren per stadium/graad.
- Graad I en II: 1 jaar na de diagnose is 90% van de patiënten nog in leven. Na 3 jaar is dit 70%.
- Graad III: 1 jaar na de diagnose is 65% van de patiënten nog in leven. Na 3 jaar is dit 32%.
- Graad IV: 1 jaar na de diagnose is 43% van de patiënten nog in leven. Na 3 jaar is dit 8%.
Gliomen
De 2-jaarsoverleving van patiënten met een glioblastoom, de meest kwaadaardige variant, ligt slechts rond de 15%. Dankzij introductie van effectievere behandelingen is daar sinds 1992 wel verbetering in geboekt (Stupp, 2005)
Tumoren met WHO-graad 1 zijn in principe goedaardig. De overleving van tumoren met WHO-graad 2 is in de loop der tijd verbeterd: in de periode 2001-2011 steeg de 1-jaarsoverleving bijvoorbeeld van 79% naar 90%, en de 5-jaarsoverleving van 55% naar 70% (grafiek hieronder).
Hetzelfde geldt voor de overleving van hooggradige tumoren (WHO-graad 3 en 4), al is hier de overleving veel lager: de 1-jaarsoverleving steeg van 30% naar 40%, en de 3-jaarsoverleving van 9% naar 18% (grafiek hieronder). De 1-jaarsoverleving van het glioblastoom (WHO-graad 4) steeg van 24% naar 36%, en de 3-jaarsoverleving van 3% naar 6%.
Patiëntenpopulatie
De meeste patiënten (70%) met een hooggradig glioom zijn 55 jaar of ouder, terwijl ruim 15% ouder is dan 75 jaar. Hooggradige gliomen komen in het algemeen vaker voor bij mannen (58%) dan bij vrouwen (42%), al lijkt de oudste patiëntengroep (>75 jaar) hierop een uitzondering te vormen (grafiek hieronder).
Glioblastomen vormen het merendeel van de hooggradige gliomen (68%), met een grotere proportie onder mannelijke (71%) dan onder vrouwelijke patiënten (64%) (zie tabel). Bij ruim een vijfde van de
patiënten met een hersentumor blijft het subtype onbekend. Deproportie is over de analyseperiode gelijk gebleven. Het gaat in het merendeel van deze gevallen (94%) om patiënten bij wie geen weefseldiagnose heeft plaatsgevonden.
Meningeomen
Meningeomen ontstaan vanuit de hersenvliezen en zijn naast gliomen de meest voorkomende maligniteit in de neuro-oncologie. In Nederland krijgen onveveer 450 mensen per jaar deze diagnose. De Meningeomen beslaan tussen de 13-26% van alle primaire (symptomatische) hersentumoren. In tegenstelling tot gliomen zijn meningeomen veelal goedaardig van karakter. Bij 5-7% komt een ’atypische’ vorm voor die de neiging heeft om de hersenen in te groeien en om op meerdere plekken in de hersenvliezen terug te komen. In uitzonderlijke gevallen (1-2%) is er sprake van een echt kwaadaardige vorm.
Hersenmetastasen
Uitzaaiingen van kanker elders in het lichaam (zoals bijvoorbeeld van longkanker, borstkanker, melanomen) naar de hersenen en naar het ruggenmerg worden niet geregistreerd. Het optreden van hersenmetastasen en metastasen naar het ruggenmerg is de meest voorkomende neurologische complicatie bij patiënten met solide tumoren, zoals bijvoorbeeld longkanker, borstkanker (mammacarcinoom) en melanoom. Ongeveer 10-30% van de patiënten die te maken krijgen met een gemetastaseerde, solide tumor ontwikkelen ook hersenmetastasen.
Zowel primaire hersentumoren als metastasen in de hersenen kunnen ernstige en invaliderende klachten veroorzaken en hebben daardoor een grote impact op het dagelijks functioneren van patiënten en hun naasten. Behandeling is dan ook vaak gericht op controle en behandeling van symptomen.
Kinderen
Bij kinderen staat hersentumor na leukemie op de tweede plaats qua aantal. Echter daar leukemie al grote genezingskansen kent is het qua sterftecijfer daar wel de grootste vorm van kinderkanker. Van de circa 600 kinderen tussen 0 en 18 jaar die jaarlijks in Nederland een vorm van kanker krijgen is dat in circa 120 gevallen een hersentumor. Wanneer naar alle hersentumoren wordt gekeken, krijgt één op de 40.000 kinderen een hersentumor. Ten opzichte van alle hersentumoren in alle leeftijdcategorieën komt het in nog geen 8% bij patiënten onder de 18 jaar voor. Hersentumoren komen vaker voor bij jongens dan bij meisjes (1,45:1).
Tumor soorten bij kinderen
De jaarlijkse nieuwe gevallen van hersentumoren bij kinderen zijn grofweg als volgt te verdelen:
- Laaggradige gliomen, circa 40 kinderen per jaar.
- Hooggradige gliomen, circa 35 kinderen per jaar
- Medulloblastoom, circa 20 kinderen per jaar
- ependymoom, circa 10-15 kinderen per jaar
- Kiemceltumor, circa 12-15 kinderen per jaar
Voor meer cijfers over hersenkanker bij kinderen verwijzen we (nu nog even) naar de twee spread-sheets van het IKNL
Kinderen (0-17 jaar)
- incidentie naar leeftijdsgroep, morfologisch type en geslacht in 2016 >> download
- leeftijdsspecifieke incidentie (per 1.000.000) van invasieve tumoren naar morfologisch type in de periode 2007-2016 >> download
Plaats hersentumoren bij sterfte cijfers kinderkanker
Kanker sterfte bij kinderen
Kinderkanker sterfte naar kanker type en locatie
Nummer 1 en 2 van de kanker waar meeste kinderen aan sterven
Hersentumor onderzoek
Cijfers hersentumor onderzoeken en financiering Nederland
Voor meer cijfers en statistieken over hersentumor onderzoek en financiering lees ons artikel Nederlandse bijdrage hersentumor onderzoek